(Myo) fasciale release therapie

Voor behandeling van verklevingen en beperkingen in spieren en bindweefsel

Wat is het?

(Myo) fasciale release therapie richt zich op het verminderen van spanning en verklevingen in de fascia, het bindweefsel dat spieren, gewrichten en organen omhult. Dit weefsel is continu in beweging en speelt een cruciale rol in lichaamshouding en beweging. Wanneer fascia verkleefd raakt door stress, blessures of overbelasting, kan dit leiden tot bewegingsbeperkingen en pijn.

Hoe werkt het?

Bij deze therapie wordt met langzame, gecontroleerde druktechnieken en stretchbewegingen gewerkt. Door de fascia zachtjes op spanning te brengen en vast te houden, ontspannen de vezels geleidelijk en herstelt de elasticiteit. Dit heeft een positief effect op de doorbloeding, het zenuwstelsel en de bewegingsvrijheid.

Combinatie met andere therapieën

(Myo) fasciale release therapie sluit goed aan bij cranio-sacraal therapie, omdat beide technieken werken met zachte, subtiele correcties die diep doorwerken in het lichaam. Ook in combinatie met viscerale therapie is deze techniek effectief, vooral bij spanningen die voortkomen uit organen.

Goed om te weten

Fascia reageert niet direct op snelle druk, maar heeft tijd nodig om spanning los te laten. Daarom zijn de technieken traag en gericht op diepe ontspanning. De effecten kunnen nog dagen na de behandeling doorwerken. Dit wordt het zogenaamde 'rebound-effect' genoemd, waarbij het lichaam zich aanpast aan de vrijgekomen spanning. Dit kan lichte spierpijn veroorzaken, die vaak binnen 48 uur verdwijnt.

Toepassingen

  • Chronische spierpijn
  • Bewegingsbeperkingen door littekenweefsel
  • Spierknopen en triggerpoints
  • Spierspanningshoofdpijn
  • Nek- en rugklachten
  • Overbelasting door verkeerde houding
  • Chronische pijnklachten zoals fibromyalgie
  • Schouder- en armklachten zoals een frozen shoulder
  • Pijnlijke gewrichten door fascia-problemen
  • Beperkte flexibiliteit in spieren en gewrichten
  • Pijnlijke en strakke kuitspieren
  • Verminderde doorbloeding in spier- en bindweefsel